Antidepressiva en de kunst van het minderen en stoppen

Lezing van apotheker en filosoof Wilma Göttgens over het starten, gebruiken en stoppen van antidepressiva en hoe dit proces kan worden verbeterd.

Depressieve klachten komen vaak voor. Resultaten uit de NEMESIS-3 studie (2019-2023) laten zien dat ongeveer 1.100.000 personen in Nederland de afgelopen twaalf maanden voldeden aan de criteria voor een depressieve stoornis. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2007-2009. Minderen en stoppen van antidepressiva is een uitdaging op zich. Tijdens deze lezing gaat openbaar apotheker en filosoof Wilma Göttgens in op het starten, gebruiken en stoppen van deze medicatie en hoe dit proces kan worden verbeterd.

Depressie wordt tweemaal zo vaak bij vrouwen gediagnosticeerd als bij mannen. Bijna een kwart van alle vrouwen heeft een keer in haar leven last van depressie. Naast een aanzienlijke ziektelast door verminderd fysiek en sociaal functioneren zijn de economische kosten enorm. In Nederland worden kosten door depressie in 2019 geschat op € 1.040 miljoen, dat is 1,1% van de totale uitgaven voor de gezondheidszorg. Naast psychologische interventies worden vaak antidepressiva ingezet.

Aantal gebruikers
In 2021 gebruikten meer dan een miljoen personen antidepressiva. De middelen maken verwachtingen lang niet altijd waar. Bij ongeveer 1/3 van de behandelde personen heeft dit niet of onvoldoende effect. De naam antidepressiva is op zich al verwarrend. Vaak worden deze middelen ook voor angstklachten voorgeschreven. Ook met meer of minder succes. De bijwerkingen zijn vaak een reden om voortijdig te stoppen. Vrouwen ervaren in de regel meer bijwerkingen dan mannen.

Onttrekkingsverschijnselen
Helaas is niet goed te voorspellen welke middelen werken bij wie, hoe lang je ermee door moet gaan en wat de risico’s van langdurig gebruik zijn. Mensen besluiten soms kort na de start of na jarenlang gebruik ermee te stoppen. Een deel van hen kan dan last krijgen van zogenaamde ‘onttrekkingsverschijnselen’. Door langzamer af te bouwen kunnen deze verschijnselen vaak worden voorkomen. Hoe dat precies komt, dat weten we nog niet. Voor artsen en apothekers is dat de reden om terughoudend te zijn met het geven van advies of het opstellen van afbouwschema’s. Wat voor de één werkt kan bij een ander heel anders uitpakken. Daarnaast spelen er ook andere factoren een rol bij het afbouwen van de medicatie. Denk daarbij aan persoonlijke kenmerken en omstandigheden die de stemming en ervaring van klachten beïnvloeden.

Persoonsgerichte aanpak
Zowel starten als stoppen van geneesmiddelen bij depressie en angstklachten vraagt dus altijd om een persoonsgerichte aanpak en begeleiding op maat. Dat kost tijd en geld en beiden zijn schaars in de gezondheidszorg. Daarbij komt dat ver doorgevoerde bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg er voor zorgen dat de wachttijd vaak maanden bedraagt voordat iemand psychologische hulp kan krijgen. Een recept uitschrijven is in vergelijking daarmee een stuk efficiënter voor de arts en vraagt ook minder inspanning van de cliënt zelf, die soms toch al aan het einde van zijn/haar latijn is.

Geen handvatten
Mensen die willen stoppen met antidepressiva voelen zich daarom vaak in de steek gelaten. Artsen en apothekers zijn terughoudend om het gesprek over minderen en stoppen aan te gaan en missen concrete handvatten om advies en begeleiding te bieden. In Nederland worden op dit moment verschillende studies uitgevoerd die kijken naar het herstelproces tijdens het gebruik van antidepressiva (OPERA), wie wanneer hoe kan minderen of stoppen (TEMPO) en aan welke begeleiding behoefte is en hoe dat gerealiseerd kan worden (PHARMGUIDE-AD). Vanuit verschillende disciplines wordt, samen met vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, gewerkt aan een betere inzet van schaarse middelen en afstemming van de zorg bij het gebruik van psychofarmaca in bredere zin (AKWA multidisciplinaire verkenning afbouwen psychofarmaca). Ook Minister Kuipers erkent de urgentie dat goede afbouw een essentieel aspect van goede farmaceutische zorgverlening is. In een kamerbrief van 7 maart jongstleden schreef hij: “Daarom kijk ik… breed naar het optimaliseren van farmaceutische zorg… samen met het veld hoe we het starten, gebruiken en stoppen van medicatie verder kunnen verbeteren.”

Doel
Naast het delen van informatie, is het doel van de lezing van Wilma Göttgens om met elkaar in gesprek te gaan over dit vraagstuk en met inbreng vanuit de doelstellingen van de Nederlandse Vrouwen Raad een breed gedragen toekomstscenario te schetsen.

Over de spreekster:
Wilma Göttgens is openbaar apotheker en filosoof en werkt vanaf 2020 als zelfstandig apotheker gelieerd aan Apotheek Blanckenburgh in Beuningen. Zij studeerde farmacie in Utrecht (1983) en filosofie in Nijmegen (2005) en was tot 2021 als docent professionaliteit en farmaceutische ethiek verbonden aan de KNMP-vervolgopleiding voor openbaar apothekers. Zij werkt bij Radboudumc aan wetenschapsfilosofisch promotie-onderzoek naar klinische richtlijnen ADHD. In haar farmaceutische zorgpraktijk begeleidt ze cliënten bij vragen over gebruik, minderen of stoppen van psychofarmaca, vaak na doorverwijzing door huisarts of specialist. Zij werkt als onderzoeksapotheker mee aan verschillende wetenschappelijke studies over minderen en stoppen van antidepressiva met aandacht voor de farmacotherapeutische zorg. Voor de apothekers vereniging Rijk van Nijmegen vervult ze de rol van aandachtsvelder psychiatrie, ondersteunt collega’s bij vragen over psychofarmaca en werkt aan inbedding van de rol van de apotheker in de regionale multidisciplinaire samenwerking.

Meer Algemeen