In een brief van minister Ernst Kuipers van VWS aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen in de bevolkingsonderzoeken naar kanker, informeert hij ook over de voortgang in het terugbrengen van het screeningsinterval van het bevolkingsonderzoek (BVO) borstkanker.
In 2021 werd bekend dat het screeningsinterval verlengd werd van 2 naar 3 jaar. De Nederlandse Vrouwen Raad heeft toen tegenover de minister haar bezorgdheid daarover uitgesproken. De minister beloofde daarop de capaciteit binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker begin 2024 weer op sterkte te hebben, zodat het gewenste screeningsinterval van 2 jaar vanaf dat moment weer haalbaar zou zijn.
In zijn brief van 16 december 2022 geeft de minister aan dat reeds begin 2022 een licht dalende trend van het uitnodigingsinterval zichtbaar was, die zich in de rest van het jaar verder heeft voortgezet. Op dit moment ligt het gemiddelde interval net onder de 30 maanden.
Volgens de minister is op basis van modellen van Bevolkingsonderzoek Nederland de inschatting dat het interval in 2023 verder gaat dalen. De prognose is daarom nog steeds dat begin 2024 cliënten weer eens per twee jaar kunnen worden uitgenodigd voor hun volgende screeningsronde.
Daarbij noemt de minister twee restricties: De prognose is afhankelijk van de deelname. Als de deelname aan het bevolkingsonderzoek borstkanker gaat stijgen, zal het langer duren voordat het screeningsinterval weer eens per twee jaar is. En, er zijn regionale verschillen in interval tussen twee uitnodigingen. Met name in de regio Zuidwest blijven de achterstanden bij het uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek relatief groot.
De minister zal de Tweede Kamer (en de Nederlandse Vrouwen Raad) voor de zomer van 2023 opnieuw informeren over de stand van zaken rond het screeningsinterval.